
NL
52
Functies die kunnen worden
geselecteerd met de Fn-knop
(Functieknop)
De functies die kunnen worden geselecteerd met de Fn-knop, zijn de
volgende:
Scènekeuze Selecteert uit de voorkeuze-instellingen voor Scèneselectie
de functie die geschikt is voor de opnamecondities.
(Portret/Sportactie/Macro/Landschap/Zonsondergang/
Nachtscène/Schemeropn. uit hand/Nachtportret)
Film Selecteert de belichtingsstand die past bij uw onderwerp of
uw effect.
(P/A/S/M)
Transportfunctie Stelt de transportfunctie in, bijvoorbeeld doorlopende
opnamen.
(Enkele opname/Continue opname/Zelfontspanner/Bracket:
continu/Bracket enkel/Witbalansbracket/Afstandsbed.)
Flitsfunctie Stelt de flitsstand in.
(Flitser uit/Automatisch flitsen/Invulflits/Langz.flitssync./
Eindsynchron./Draadloos)
Autom. scherpst. Selecteert de scherpstelmethode die past bij de beweging van
het onderwerp.
(Enkelvoudige AF/Automatische AF/Continue AF)
AF-gebied Selecteert het scherpstelgebied.
(Breed/Zone/Punt/Lokaal)
Object volgen Houdt het onderwerp scherp in beeld terwijl het wordt
gevolgd.
(Aan/Uit)
Gezichtsherkenning Legt automatisch gezichten vast met optimale scherpstelling
en belichting.
(Aan/Aan (ger. gezicht.)/Uit)
Lach-sluiter Opname wanneer een glimlach wordt waargenomen.
(Aan/Uit)
ISO Stelt de gevoeligheid voor licht in. Hoe hoger het getal, des te
sneller de sluitertijd.
(Ruisond. Multi Frame/ISO AUTO tot 16000)
Lichtmeetfunctie Selecteert de manier voor het meten van de helderheid.
(Meervelds/Centrum gericht/Spot)
Komentáře k této Příručce